Hallo mama met je schattige dreumesdochter. Ik zit in een café te werken en ik zie je zitten: gezellig samen met drie vriendinnen op een woensdagochtend om even bij te kletsen met koffie en taart. Jij als enige met een kind. Je zit half gedraaid op je stoel, want je dochter in de dreumes leeftijd zit naast je op de grond te spelen. Even ervoor zat ze nog in de kinderstoel en gaf je haar na even jengelen een speentje. Dat gaf waarschijnlijk niet voldoende afleiding dus nu zit ze op de grond. Ze wil weer op je schoot. Of nee, toch op de stoel. Dan weer op de grond. Je probeert haar af te leiden en te vermaken. En ondertussen probeer je het gesprek te volgen dat je vriendinnen geamuseerd voeren. Alsof je zapt tussen twee televisiekanalen: van beide krijg je maar deels het verhaal mee. Het verhaal van de jengelende dreumes krijgt echter steeds meer de overhand.

Je weet dat dit een teken is en dat je kindje eigenlijk toe is aan haar slaapje, maar je hoopt dat ze het nog héél even volhoudt. Waarschijnlijk omdat die momenten met vriendinnen zo schaars zijn. Vriendinnen die (nog) geen kinderen hebben. Dus is het juist zo fijn om hier met ze te kunnen zijn. Om even bij te kletsen over andere dingen dan de laatste woordjes die ze heeft bijgeleerd, poepluiers, wasjes, slapeloze nachten. Je leven zoals het was vóór de komst van je dochter.

Ik zie je, ik herken het en ik begrijp je. Hoe je leven is veranderd sinds zij er is. Hoe het mooier is geworden, kwetsbaarder, waardevoller, maar ook drukker. Anders. Ik zou je even een bemoedigende blik willen toewerpen, laten weten dat ik het begrijp: dat je je misschien af en toe voelt alsof je in een spagaat zit. Dat je geen ononderbroken gesprek kunt voeren, dat je klotsende oksels hebt omdat ze het niet meer naar haar zin heeft en jij zó graag even een update wil van het leven van je vriendinnen. Als moeder van een kleine dreumesjongen weet ik hoe kort de aandachtsspanne is op die leeftijd, dat vermoeidheid wordt geuit in dreinen en smijten met dingen. En dat je daar dan het beste maar aan kunt toegeven. Naar huis gaan en je blozende snoes in bed leggen. Geen andere optie, want ze zijn geen baby meer en op je schoot in je armen slapen ze niet meer. Dus sluit je de termen ‘flexibel zijn’ en ‘go with the flow’ in je armen zodra je moeder wordt. Maar soms is het lastig, dan wil je even niet moederen. Gewoon even jezelf zijn. Even niet ‘mama’.

Ik zie je ontspannen glimlachen als je je dochter hebt verschoond en haar haar jasje aandoet. Ach, misschien voel je het wel helemaal niet zoals ik het omschrijf, zoals ik het soms voel. Laveer je relaxed door de tegenwind die je af en toe tegenkomt op je koers als moeder, lach je de driftbuien van je dochtertje weg en denk je: volgende keer maar weer bijkletsen. Of Whatsapp me de laatste details maar. Hoe dan ook, je doet het toch maar: de deur uit en op pad gaan met je kind. Ook al is het voor een snelle – al dan niet koud geworden – koffie en een taartje dat je in rap tempo moet wegwerken. Of moet delen.

Ik glimlach en ik mis mijn drukke dreumes. Want hoe fijn ik het vanmorgen ook vond om hem al smijtend met speelgoed bij opa en oma te laten, hoe enorm ik ook geniet van een dagje ongestoord werken, ik mis ‘m iedere minuut dat ie niet bij me is. En daarvoor zit ik soms graag in een spagaat. En voor klotsoksels bestaat er ook wel een oplossing.